Je bent Verpleegkundig Specialist in opleiding en je twijfelt over je opleidingsplek
Praktijkplektwijfel? Zo besluit je of je blijft of vertrekt
Je twijfelt over je opleidingsplek. Als je heel eerlijk bent, wil je weg. Maar doe je daar echt goed aan? Dit blog geeft je inzicht. Met 3 vragen aan jezelf. En tips die je helpen bij blijven en vertrekken.
- Roos belt me: “Mijn praktijkbegeleider snauwt tegen me. Ze duwt me opzij om het lichamelijk onderzoek bij patiënten zelf te doen, ik voel me onveilig.”
- Yara zegt: “Hij kijkt steeds op mijn vingers als ik een intake doe: heel ongemakkelijk. Ik wil liever een andere praktijkplek.”
- Marit vertrouwt me toe: “Badend in het zweet word ik ’s nachts wakker. Heb ik wel de juiste dosering gegeven? Heel vervelend.”
Roos, Yara en Marit zijn niet de enigen. Elk jaar overwegen verpleegkundigen in opleiding tot specialist om van praktijkplek te veranderen. Of zelfs te stoppen. Maar stel jezelf eerst eens deze 3 vragen.
Vraag 1. Is het twijfel, frustratie of een gevoel van onveiligheid?
Je werkt al jaren in de zorg, je kent het ziekenhuis van haver tot gort en je leidt zelfs verpleegkundigen op. Maar nu je VioS bent, voelt het plotseling weer alsof je pas net komt kijken. Alles in één keer goed doen, lukt niet.
Maar je doet niet zomaar een opleidinkje. Door de nieuwe kennis en praktijkervaring leer je kijken vanuit een ander perspectief. Daar hoort twijfel en frustratie bij. Je zit in de liminale ruimte van verpleegkundige naar Verpleegkundig Specialist.
Dus vraag jezelf af: voel ik twijfel, frustratie of is het iets zwaarders zoals een sterk gevoel van onveiligheid of een ‘dit gaat ten koste van mij’-gevoel? En zie alleen die laatste 2 als redenen voor weggaan of stoppen.
Vraag 2. Kun je écht niet samenwerken met je praktijkbegeleider?
Ja, je bent afhankelijk van de beoordeling van je begeleider.
En het is hartstikke frustrerend dat jij gestructureerd en zorgvuldig werkt, terwijl je praktijkopleider ogenschijnlijk gedijt in chaos en ‘het komt wel goed’. Maar vraag jezelf af: ligt het aan de klik, aan een andere manier van werken of heb je behoefte aan structuur die je praktijkopleider je niet geeft?
Een tip: verdiep je eens in het MBTI-model. Je ontdekt welk type collega je begeleiders zijn en hoe je met hen het best kunt samenwerken.
Ga uit van positieve intenties. Je leermeester wil je écht alles leren wat in je praktijkopleidingsplan staat. En hij is ook een gewoon mens. Visualiseer dat hij het ondergoed van zijn dochters opvouwt, dat hij op het toilet zijn horoscoop leest of dat hij zondag in zijn badjas Toen was geluk heel gewoon bingewatcht.
Vraag 3. Voel je ongemakkelijk of onveilig?
Er is een verschil. Ongemakkelijk voel je je bij spanning, schaamte of onzekerheid. Bijvoorbeeld als je een presentatie geeft en je pointer 5 keer laat vallen. Of als je iets verkeerds zegt en er een stilte valt.
Onveilig is iets anders. Als je wordt gepest of gediscrimineerd. Of als je fysiek of verbaal wordt bedreigd. Dan kan je lichamelijke of psychische schade oplopen.
De grens is soms dun.
Ik leg het uit:
- Je maakt een fout, je opleider corrigeert je. Je schaamt je ==> ongemak.
- Je stuntelt bij een consult. Je opleider snauwt dat je niets kan, noemt je tegen de patiënt een prutser en duwt je weg om het zelf te doen. Niet één keer, maar dagelijks. Steeds als je het benoemt, ben je een zeur. ==> onveilig.
- Je stuntelt zichtbaar bij een consult en je opleider en de patiënt lachen. Lachen ze je uit? ==> twijfelgeval.
Gaat het echt om onveiligheid? Trek dan je conclusies.
Uitkomst 1. Tanden op elkaar en doorgaan
Als je vertrekt zodra het schuurt, dan heb je de kans dat je steeds tegen hetzelfde aanloopt. Twijfel, frustraties, ongemak: het is niet leuk, maar het hoort bij het leerproces.
Tip 1. Kijk de leeuw in zijn bek: wat kun jíj anders doen? Wat kun je bespreekbaar maken? Waar herken je dit gevoel van? Wat leer je daarvan?
Tip 2. Praat met je collega’s: zij herkennen het vast. Vraag naar hun perspectief op de situatie. Hoort dit bij het leerproces?
Tip 3. Zoek hulp, zodat je er niet alleen voor staat. Je studieloopbaanbegeleider en de docenten van je opleiding weten hoe moeilijk het soms is. Net als je studiegenoten. Samen draag je het makkelijker.
Uitkomst 2. Weggaan is de beste oplossing
Is weggaan echt beter? Deze 5 tips helpen je in je zoektocht naar een andere praktijkplek.
Tip 1. Bespreek het met je studieloopbaanbegeleider of met de hoofdopleider. Ze weten wat je als VioS nodig hebt en ze kennen de zorginstellingen die opleiden.
Tip 2. Gooi eens een balletje op bij het leerhuis of bij de centrale VS-opleider van je werkgever.
Tip 3. Vraag aan je medestudenten of bij hun praktijkadres plek is.
Tip 4. Lunch met collega’s van andere afdelingen en bespreek het met hen.
Tip 5. Bekijk op LinkedIn welke Verpleegkundig Specialisten en Physician Assistants actief zijn in je regio en je vakgebied. Ze plaatsen vaak een oproep voor een VioS.
En als stoppen de enige optie is?
Soms adviseert de opleiding om te stoppen. Dat is pijnlijk. Maar ga dan niet stoïcijns door met je zoektocht. Gun jezelf de tijd om de teleurstelling te verwerken. Het is geen falen. Je hebt een ander carrièrepad te bewandelen.
En jij?
Hoe is dat bij jou op je praktijkplek?
Was het pittig of viel het mee?
Ik hoor graag je verhaal.