Kun jij vragen om de schaal met tomaatjes aan te geven? Dan kun je ook netwerken

Je steekt je teen in de zee. IJskoud. 

Je zet 10 stappen achteruit. Dan neem je een aanloop en je plonst in de branding.

Even snak je naar adem, dan ben je er al door.

Met netwerken is het net zo!

Netwerken hoeft niet eng of ingewikkeld te zijn

Stel: je gaat naar het Jaarcongres V&VN Verpleegkundig Specialisten. Bedenk dan van tevoren wie je zou willen spreken en check die mensen op LinkedIn. Dan heb je alvast een gezicht erbij. Denk na over wat je ze wil vragen.

Hoe neem je de stap om iemand aan te spreken?
Je hoeft niet zomaar op een onbekende af te stappen. Dat vindt iederéén eng. Neem kleine stapjes.

Knoop bijvoorbeeld een praatje aan in de rij voor de lunch. Dat kan zo simpel zijn als: “Wil je mij de schaal met tomaatjes aangeven?”

Of als je samen de zaal inloopt voor de volgende presentatie. Zeg bijvoorbeeld: “Heb je Willy Erdhuizen eerder zien spreken?” Je loopt mee met je gesprekspartner en je gaat naast haar zitten om verder te praten.

Of je gaat naast iemand zitten, die je niet kent. Je vraagt: “Mag ik naast je zitten?” Je kunt jezelf voorstellen. Diegene zal zich waarschijnlijk ook voorstellen. En dan begin je een gesprek.

Wat is je eerste vraag?
Je eerste vragen kun je het beste luchtig houden. Als de ander zin heeft om praten, kan je meer inhoudelijke vragen stellen.

Luchtige vragen zijn:
• Welke presentatie heb je vanochtend gezien?
• Vond je de lunch ook lekker?
• Ben je ook actief in de ouderenzorg?

Voorbeelden van inhoudelijk vragen zijn:
• Waar loop jij nou tegenaan op je spreekuur met asielzoekers?
• Heb jij ervaring met sensorische informatieverwerking?
• Zie je dat zitten: een multidisciplinaire behandeling voor patiënten met hartfalen?

Vinden ze me dan niet opdringerig?
Nee hoor. Jij vindt het toch óók leuk om nieuwe mensen te ontmoeten. En anders staan ze daar toch maar moederziel alleen in de rij voor de glaasjes gazpacho.

Als iemand niet wil praten, merk je dat vanzelf. Zij geeft dan een kort antwoord en kijkt weg.

Maar Diana, ik vind het zó moeilijk
De opleiding tot VS is pas moeilijk. Twee jaar lang buffelen en dat allemaal náást je patiëntenzorg in coronatijd. Iemand aankijken en een gezellig praatje maken kun je dus best.

Trouwens, op je spreekuur kom je ook mensen tegen die je niet kent 😉

Ik geef een voorbeeld
Ik sprak een Verpleegkundig Specialist op een congres in Eindhoven. Ze had een leuke baan in een huisartsenpraktijk. Met fijne collega’s en een interessante patiëntengroep met uiteenlopende klachten. Vooral de medische problematiek van oudere patiënten sprak haar aan. We hadden het over de sprekers, haar patiëntengroep en de pittige broodjes van de lunch. Kortom, een plezierig gesprek.

Een geslaagd netwerkgesprek zelfs.

Drie maanden later belde ze me op. Ze had op mijn website gekeken en ze had een leuke vacature gezien. Lang verhaal kort: ze heeft kennisgemaakt met een Specialist Ouderengeneeskunde en heeft een dag meegelopen met 2 behandelaren. Volgende maand gaat ze starten bij haar nieuwe werkgever. Ze gaat medische zorg verlenen aan kwetsbare ouderen met comorbiditeit.

Wil je oefenen met netwerken? Sluit je aan bij een netwerkgroep op je vakgebied
Er komen steeds meer netwerken binnen de V&VN VS. Sluit je aan bij een netwerk van Verpleegkundig Specialisten in de acute zorg, de Verstandelijk Gehandicaptenzorg, Orthopedie of bij een groep voor VS-en die willen promoveren. Ook voor jouw vakgebied is er een netwerk.

Ideaal voor als je wilt oefenen, want over je eigen vak praten is een makkelijk begin. Kijk maar op site van de V&VN en sluit je aan.

Dus:
• Check wie je wil ontmoeten en bedenk van tevoren vast vragen
• Knoop een praatje aan en begin met luchtige vragen
• Wil je oefenen? Sluit je aan bij een netwerk in jouw vakgebied.

En nu?
Een beetje koudwatervrees is niet erg, dat heeft iedereen.  Maar ga ervoor en zie wat het je oplevert.

Netwerken in de zorg

Jij kunt het ook leren.

Kun jij vragen om de schaal met tomaatjes aan te geven? Dan kun je ook netwerken

Je steekt je teen in de zee. IJskoud.

Je zet 10 stappen achteruit. Dan neem je een aanloop en je plonst in de branding.

Even snak je naar adem, dan ben je er al door.

Met netwerken is het net zo..

Netwerken hoeft niet eng of ingewikkeld te zijn

Stel: je gaat naar het Jaarcongres V&VN Verpleegkundig Specialisten. Bedenk dan van tevoren wie je zou willen spreken en check die mensen op LinkedIn. Dan heb je alvast een gezicht erbij. Denk na over wat je ze wil vragen.

Hoe neem je de stap om iemand aan te spreken?

Je hoeft niet zomaar op een onbekende af te stappen. Dat vindt iederéén eng. Neem kleine stapjes.

Knoop bijvoorbeeld een praatje aan in de rij voor de lunch. Dat kan zo simpel zijn als: “Wil je mij de schaal met tomaatjes aangeven?”

Of als je samen de zaal inloopt voor de volgende presentatie. Zeg bijvoorbeeld: “Heb je Willy Erdhuizen eerder zien spreken?” Je loopt mee met je gesprekspartner en je gaat naast haar zitten om verder te praten.

Of je gaat naast iemand zitten, die je niet kent. Je vraagt: “Mag ik naast je zitten?” Je kunt jezelf voorstellen. Diegene zal zich waarschijnlijk ook voorstellen. En dan begin je een gesprek.

Wat is je eerste vraag?

Je eerste vragen kun je het beste luchtig houden. Als de ander zin heeft om praten, kan je meer inhoudelijke vragen stellen.

Luchtige vragen zijn:
• Welke presentatie heb je vanochtend gezien?
• Vond je de lunch ook lekker?
• Ben je ook actief in de ouderenzorg?

Voorbeelden van inhoudelijk vragen zijn:
• Waar loop jij nou tegenaan op je spreekuur met asielzoekers?
• Heb jij ervaring met sensorische informatieverwerking?
• Zie je dat zitten: een multidisciplinaire behandeling voor patiënten met hartfalen?

Vinden ze me dan niet opdringerig?

Nee hoor. Jij vindt het toch óók leuk om nieuwe mensen te ontmoeten. En anders staan ze daar toch maar moederziel alleen in de rij voor de glaasjes gazpacho.

Als iemand niet wil praten, merk je dat vanzelf. Zij geeft dan een kort antwoord en kijkt weg.

Maar Diana, ik vind het zó moeilijk

De opleiding tot VS is pas moeilijk. Twee jaar lang buffelen en dat allemaal náást je patiëntenzorg in coronatijd. Iemand aankijken en een gezellig praatje maken kun je dus best.
Trouwens, op je spreekuur kom je ook mensen tegen die je niet kent 🙂

Ik geef een voorbeeld

Ik sprak een Verpleegkundig Specialist op een congres in Eindhoven. Ze had een leuke baan in een huisartsenpraktijk. Met fijne collega’s en een interessante patiëntengroep met uiteenlopende klachten. Vooral de medische problematiek van oudere patiënten sprak haar aan. We hadden het over de sprekers, haar patiëntengroep en de pittige broodjes van de lunch. Kortom, een plezierig gesprek.

Een geslaagd netwerkgesprek zelfs.

Drie maanden later belde ze me op. Ze had op mijn website gekeken en ze had een leuke vacature gezien. Lang verhaal kort: ze heeft kennisgemaakt met een Specialist Ouderengeneeskunde en heeft een dag meegelopen met 2 behandelaren. Volgende maand gaat ze starten bij haar nieuwe werkgever. Ze gaat medische zorg verlenen aan kwetsbare ouderen met comorbiditeit.

Wil je oefenen met netwerken? Sluit je aan bij een netwerkgroep op je vakgebied

Er komen steeds meer netwerken binnen de V&VN VS. Sluit je aan bij een netwerk van Verpleegkundig Specialisten in de acute zorg, de Verstandelijk Gehandicaptenzorg, Orthopedie of bij een groep voor VS-en die willen promoveren. Ook voor jouw vakgebied is er een netwerk. 

Ideaal voor als je wilt oefenen, want over je eigen vak praten is een makkelijk begin. Kijk maar op de netwerkengroepen V&VN VS en sluit je aan.

Dus:

• Check wie je wil ontmoeten en bedenk van tevoren vast vragen
• Knoop een praatje aan en begin met luchtige vragen
• Wil je oefenen? Sluit je aan bij een netwerk in jouw vakgebied

En nu?

Een beetje koudwatervrees is niet erg, dat heeft iedereen.

Chat openen
Kan ik je ergens mee helpen?
Kan ik je ergens mee helpen?